De geschiedenis van de familie De Vis schrijdt eeuwenlang mee met het wel en wee van hun molens. Vergroeid met opgang, glorie maar ook met verval. Soms is hun verhaal kabbelend, niet meer dan een doordeweekse familiekroniek, maar dan weer verrassend en benadert het fictie. Ankerherinneringen van de oudste, nog levende familieleden, samen met het belichten van archieven en bestanden hebben er toe geleid dat de diepste wortels van deze oude eik in dit boek bloot gelegd werden. De oorsprong van de bron, die de rivier zou vormen, bevond zich ergens in de 17de eeuw en werd gevonden in Meldert, deelgemeente van Aalst. Nadien was de bedding ervan volgen niet altijd evident want er waren veel naamgenoten en vertakkingen. De verspinnewebde slotscène van de Aalsterse tak van de familie De Vis inspireerde Louis Paul Boon zo sterk dat hij hier een opvolger inzag voor zijn roman Priester Daens. Het verhaal stokte echter in zijn pen toen de schrijver zijn laatste adem uitblies. Vanop de heuvel waarop de abdij van Affligem gebouwd werd keek de abt eeuwenlang neer op de onmetelijke eigendommen en vele molens die het klooster bezat, dit tot Franse revolutionairen het kerkelijke bezit aansloegen en verpatsten. Het ooit zo glorieuze klooster werd te gronde gericht en herleid tot niet veel meer dan de paar griezelige muren van een spookhuis. In de spiegel van het Hekelgemse verleden duikt overal wel de gestalte van een telg van de familie De Vis op. De geschiedenis van beiden is vergroeid en verbonden met elkaar zoals klimop die kronkelt rond een eeuwenoude boom. In “De geschiedenis van de familie De Vis en hun molens” vindt de lezer dit allemaal terug.
Over de auteur
Henri Van Nieuwenborgh (Aalst, 1951) is een Vlaamse schrijver van een drietal thrillers. Hij groeide op als kind van hoptelers. Na het Atheneum in Aalst studeerde hij handel en economie aan de Rijkshogere Handelschool in Aalst. In 1974 begon zijn bankcarrière, die hij eindigde als directeur. In 2011 ving zijn schrijversschap aan, intussen met drie gewaardeerde romans: “De Bankier”, “Vals Glazuur” (over de baggerwereld), en “Zwarte Wol”. Puttend uit zijn kennis over de zakenwereld, gebruikt hij ook wel eens elementen uit de Denderstreek. Het verhaal van de illustere familie De Vis is gebaseerd op archiefwerk en interviews met de laatste telgen, en zij die hen gekend hebben.
Een greep uit de inhoud
Dit boek vangt aan met de geschiedenis van een molenaarsfamilie uit de Denderstreek. De auteur behandelt de molentypes en de cultuur errond, en hoe de gezinnen doorheen de eeuwen in de Faluintjes en Affligem hun reputatie uitbouwden. “Zwart Goed” en oorlogen bepaalden het lot van het molenpatrimonium. Tot één tak naar Aalst kronkelde, en daar in enkele decennia een fenomenaal vermogen bij elkaar sprokkelde, dat bij de dood van de laatste telg in 1978 op 6 à 7 miljard Belgische frank geschat werd. Maar bij de begrafenis in de Sint-Martinuskerk waren slechts een zevental familieleden aanwezig... Verhalen over opsluiting van dochters, grimmige politiek en spookkastelen worden tot vandaag in heel wat Aalsterse families doorverteld. Daarna keert het verhaal terug richting Molenberg in Affligem, waar in deze 21ste eeuw de Nieuwe Molen, ooit het pronkstuk van de familie, via een zorgvuldig restauratieproces zijn grandeur van weleer terugkrijgt. |